BEELDENDE KUNST
Rubriek door Toos van Holstein
KUNSTSTUKJE
De Da Vinci Code en Maria Magdalena
Feiten of fictie, hoer of hoogstaande vrouw, volgelinge of vrouw van Jezus? Eén ding staat vast, Dan Brown heeft met zijn bestseller ‘De Da Vinci Code' de figuur van Maria Magdalena en de warrige, intrigerende eerste eeuwen van het christendom weer helemaal op de kaart gezet. Je kunt trouwens niet echt zeggen dat Maria Magdalena ooit van die kaart was verdwenen. In de kunstwereld heeft ze namelijk eeuwenlang haar rol gespeeld, zoals blijkt uit de vele schilderijen die er met haar als onderwerp zijn gemaakt in vooral de 15 de tot de 18 de eeuw.
Voor de lezers van het boek, waarvan in Nederland inmiddels meer dan één miljoen exemplaren zijn verkocht, is een aantal van die schilderijen nu beslist bekender. Van één van die werken is het trouwens maar de vraag of M.M., zoals ik de hoofdpersoon van dit kunststukje verder maar zal aanduiden, er ook echt op staat.
Dan Brown suggereert dat de figuur van de apostel Johannes op Het Laatste Avondmaal, het wereldberoemde fresco van Leonardo da Vinci (1452-1519), in werkelijkheid M.M. is (zie de figuur links van Jezus op het detail van het fresco). Zij zou ook nog de vrouw van Jezus zijn geweest en hem een kind geschonken hebben dat aan het begin stond van een lijn van afstammelingen die tot op de dag van vandaag nog bestaat in Frankrijk, het land waar M.M. uiteindelijk beland zou zijn.
Het Vaticaan zou dit alles later natuurlijk volstrekt geheim hebben gehouden. De figuur van M.M. en latere schilderijen van haar kunnen dus niet los worden gezien van de historie van het christendom.
Leonardo da Vinci, Het laatste Avondmaal, detail
Maar laat ik eens beginnen met dat Laatste Avondmaal. Het fresco werd door da Vinci in opdracht geschilderd in de eetzaal van de Santa Maria delle Grazie in Milaan in de jaren 1494 tot 1498. Na de voltooiing traden er al heel snel problemen op omdat da Vinci een ongebruikelijke manier van frescoschilderen had gebruikt. Georgio Vasari (1511-1574), de beroemdste kunstkroniekschrijver van zijn tijd, zei al dat je niet meer zag dan een schitterende vlek. Het werd dan ook vele malen gerestaureerd en zelfs overgeschilderd, en dat beslist niet altijd even goed. Daarbij diende de oude eetzaal in 1799 als stal en kazerne voor troepen van Napoleon, liep de ruimte in 1800 schade op bij een overstroming en werd de kerk in 1943 door de geallieerden gebombardeerd. Pas in de periode rond 1980, 1990 werd een ultieme restauratiepoging ondernomen.
Dan Brown trekt na dit alles toch nog vergaande conclusies uit de schildering die in 1960 nog een reusachtige ruïne werd genoemd. Op zich is dat natuurlijk al een kunststuk. Onder andere vanwege het vrouwelijke uiterlijk van de jonge, baardloze Johannes stelt hij dat deze figuur in werkelijkheid M.M. is en dat da Vinci, die op de hoogte zou zijn van het hierboven aangehaalde geheim rond M.M., dit bewust zo heeft geschilderd. Maar heeft Brown dan wel eens goed gekeken naar andere schilderijen met Johannes? In die tijd werd hij door veel kunstenaars nogal vrouwelijk weergegeven en lang haar was voor mannen in die tijd trouwens net zo in de mode als in onze jaren 60 en 70. Zou dat niet gewoon de manier zijn geweest waarop Johannes werd geschilderd? Zou hij de Kruisiging van Raphaël (1483-1520) kennen, een vroeg werk (1502-1503) van nog zo'n schildersgenie uit de Renaissance? Op bijgaand detail hiervan staat M.M. linksonder en Johannes rechtsboven.
Raphaël
Om nu te zeggen dat hij er echt mannelijk uitziet, nou nee! Of zou de jonge Raphaël ook al in het complot betrokken zijn geweest? Laten we dus maar rustig een paar vraagtekens zetten bij de interpretatie door Dan Brown van de figuur van Johannes/M.M. op Het Laatste Avondmaal.
Er blijft natuurlijk de vraag wie Maria Magdalena dan wel was. Dat ze in de bijbel een rol speelt op belangrijke momenten in het leven van Jezus staat buiten kijf. En dat er volgens Brown in geschiedkundig opzicht nogal met haar is gesold, is ook zeker. In de vier door de kerk gesanctioneerde, zogenaamde canonieke evangeliën, die van Marcus, Mattheüs, Lucas en Johannes wemelt het van de Maria's, wat natuurlijk wel eens tot verwarring leidde. In ieder geval wordt er een soort officiële Mariamystificatie in het leven geroepen in het jaar 591 door paus Gregorius. Daarbij werden drie vrouwen, te weten een naamloze zondares, Maria van Betanië en M.M. samengevoegd tot de Maria Magdalena zoals ze in de eeuwen daarna bekend stond. De orthodoxe kerk heeft die uitspraak van Gregorius trouwens nooit overgenomen. Waarom hij dit annonceerde, is niet helemaal duidelijk, maar vanuit propagandistisch standpunt bekeken was het wel een gouden greep. M.M. werd hierdoor een berouwvolle prostituee die Jezus zalft met olie uit een albasten kruik, zijn voeten
Donatello, fragment van beeld van M.M.(1453)
wast met haar tranen en ze afdroogt met haar lange haren. In de Middeleeuwen was M.M zodoende een sterk aansprekende figuur waarin zich zonde en verlossing, boetedoening en deugdzaamheid, gelovige en afvallige verenigden. De aardse zondaar kon zich hierdoor heel goed met haar identificeren, waardoor ze ook een voortdurend aanwezige figuur in de kerkelijke kunst werd. Het houten beeld van M.M. van de hand van Donatello (1386-1466) kan bijna niet nog explicieter de smart van een berouwvolle zondares weergeven.
Pas in 1969, dus zo'n 1400 jaar later, kwam er nogal stilletjes een herroeping van de uitspraak van paus Gregorius. Mocht u zich dus eens beklagen over de langzaam draaiende bureaucratische molens in onze maatschappij, denk dan ter opvrolijking maar aan het Vaticaan, daar draaien ze pas langzaam! Zo gezien heeft Galileo Galileï nog geluk gehad. Maar dat is een heel ander Rooms verhaal.
Geen verwarring kan er bestaan over één van de hoogtepunten uit het leven van M.M. In het evangelie van Johannes wordt beschreven dat zij de eerste is die Jezus ontmoet na zijn opstanding. Toen zij hem wilde aanraken, zou hij de woorden ‘noli me tangere' hebben uitgesproken, ‘je mag mij niet aanraken'. Dit was niet mogelijk omdat zijn lichaam al niet meer aards zou zijn. Overigens zal hij deze woorden wel in het Aramees, zijn eigen taal, hebben gezegd en beslist niet in het Latijn. Onder de titel ‘Noli me tangere' zijn vele schilderijen gemaakt. Eén van de mooiste vind ik wel een schilderij van Titiaan (1488?-1576) waarin Jezus een schoffel vast houdt als aanduiding dat M.M. hem voor een hovenier hield. Dat lijkt me overigens een begrijpelijke vergissing want zo'n opstanding maak je ten slotte niet elke dag mee.
Titiaan, Noli me tangere (1511-1512)
De hier geschilderde gebeurtenis verklaart ook de bijzondere positie die M.M. in de eerste eeuwen n.C. in de kerk innam. Volgens het evangelie van Johannes is ze de eerste en enige aan wie Jezus na zijn opstanding de boodschap voor het nieuwe christelijke leven geeft, waardoor ze daarna wel met de eretitel ‘apostel der apostelen' werd aangeduid. Vooral in de zogenaamde gnostische evangeliën, de geschriften die door de kerk na het eerste concilie in Nicea in het jaar 325 in de ban werden gedaan, is duidelijk hoe belangrijk M.M. werd gevonden in allerlei christelijke gemeenschappen die destijds nog niet allemaal waren samengebracht onder de noemer van één kerk. Die Vaticaanse kerk is in feite pas na vele eeuwen ontstaan.
Dan Brown scoort absoluut een punt als hij in het kader hiervan de zogenaamde Nag Hamaddi teksten ter sprake brengt, een schat aan oude geschriften uit die beginperiode, die in 1945 toevallig werd gevonden in de Egyptische woestijn. Omdat veel van die gnostische geschriften op bevel van ‘Rome' werden vernietigd, moet de wetenschap het hebben van dit soort vondsten, denk daarbij bijvoorbeeld ook maar aan de Dode Zee rollen. In die Nag Hamaddi geschriften komt heel duidelijk naar voren dat M.M. zeer belangrijk was voor de geloofsbeleving, in ieder geval veel belangrijker dan na de persoonsmystificatie door paus Gregorius.
Maar als Brown dan weer allerlei vage aannames op elkaar stapelt, is zijn verhaal opnieuw ongeloofwaardig.
Volgens een voor hem aannemelijke legende zou M.M. na de dood van Jezus, met hun kind, aan land zijn gegaan in de Camargue. Maar Efese in Turkije heeft volgens een andere legende ook die eer. En wat te denken van haar 30-jarig verblijf als kluizenaar in de woestijn in Egypte en die 30 jaar in een Franse grot? Op dat laatste is waarschijnlijk het prachtige schilderij hiernaast van Georges de la Tour (1593-1652) gebaseerd. Dat haar lichaam dan zou liggen in een tombe in Vézelay in Bourgondië is door dat laatste weer ‘logisch', alhoewel natuurlijk nooit wetenschappelijk bewezen.
M.M. met de rokende vlam (1636-1638)
Maar ach, in die middeleeuwse tijden ontstonden de vreemdste legenden over heiligen en graven. Zoals bijvoorbeeld vanaf de 7 de eeuw die in Spanje over de apostel Jacobus die daar gepredikt zou hebben en wiens lichaam na zijn executie in Jeruzalem door zijn volgelingen zou zijn overgebracht naar Spanje. Hier ‘ontdekte' men, heel knap, 9 eeuwen later zijn graf bij Santiago de Compostela met als gevolg de beroemde pelgrimagetocht daarheen. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Het geeft, net als bij M.M. aan, dat als je maar sterk genoeg gelooft, de onwaarschijnlijkste verhalen vanzelf de waarheid worden. Zo weten sommigen tegenwoordig zeker dat ‘De Da Vinci Code' de echte waarheid is. Overigens zouden die dan eens ‘De slinger van Foucoult' van Umberto Eco moeten lezen. Dat is een heerlijk boek dat, al ver voor het verschijnen van de Code, op een af en toe hilarische wijze het ontstaan van zo'n Dan Brown-achtige complottheorie relativeert.
Maar hoe je verder ook kunt denken over de zeer vele aannames en veronderstellingen in de Code, Brown heeft een spannend verhaal geschreven dat bij velen die onoverzichtelijke, maar ook heel interessante beginhistorie van het christendom onder de aandacht heeft gebracht. Eigenlijk zou het nog interessanter zijn geweest als hij ook nog even Jacobus, de broer van Jezus (dus niet de apostel) had geïntroduceerd. Die zou na de dood van Jezus strijd hebben geleverd met Paulus over de richting waarin het geloof zich zou moeten ontwikkelen. Dat deze broer uit de officiële kerkgeschiedenis is weggeschreven is zeer begrijpelijk in de context van de Onbevlekte Ontvangenis. Maar u begrijpt ‘t al, dat is natuurlijk weer een heel ander verhaal!
Mocht u willen reageren, schroom niet, ik vind het leuk om reacties te ontvangen naar aanleiding van dit kunststukje. Mijn e-mail adres is toos@toosvanholstein.com
Als u op mijn artikel wilt reageren, stuurt u mij dan een email.
Als u mijn nieuwsbrieven per email wilt ontvangen, kunt u dat hier aangeven.