BEELDENDE KUNST
  Rubriek door Toos van Holstein

 

De Rue Droite

De Rue Droite recht? Hoezo? Om die straat recht te vinden, moet je toch wel een behoorlijke oogafwijking hebben. Redelijk lang is ie wel, deze straat in het middeleeuwse deel van Nice. En leuk is ie ook, hij wordt zelfs nog steeds leuker, zeker de laatste paar jaar. Want waar in Nice vind je nu eigenlijk galerieën waarin je eens lekker kunt ronddwalen om kunst te bekijken? Ik heb me er altijd over verbaasd dat er in deze stad wel veel musea met oude en moderne kunst zijn (zoals die van Matisse, Chagall, het Musée d'Art Moderne et d'Art Contemporain of kortweg MAMAC, het Musée des Beaux Arts en het Musée International d'Art Naïf), maar dat het aanbod aan goede galerieën voor hedendaagse kunst eigenlijk erg klein is. Zou dat misschien te maken hebben met de nabijheid van St. Paul de Vence met zijn overmaat aan galerieën? Het kan een reden zijn, maar aan de andere kant begint St. Paul toch wel wat kermisachtige kantjes te vertonen waarbij veel van de vertoonde kunst alleen maar een herhaling van een herhaling van het voorafgaande is. Een aantal kunstenaars daar wordt in mijn ogen meer een type ‘artisanat' dat een succesvol kunstje voortdurend herhaalt. De echte ‘artist peintre' komt er steeds minder voor.


Maar wat heeft deze overpeinzing te maken met de Rue Droite? Wel, die straat zie ik enerzijds als een figuurlijke spil in ontwikkelingen op kunstgebied in Nice, waarin het gemeentebestuur een invloedrijke rol speelt, en anderzijds als een letterlijke spil voor een wandeling die langs allerlei kunst voert. In gedachten begin ik die wandeling bij de Quai des Etats-Unis, het verlengde van de Promenade des Anglais bij de oude stad. Daarna ga ik via de Rue Droite naar het MAMAC en nog iets verder.


Het stadsbestuur heeft aan de Quai des Etats-Unis een paar gebouwen (nr.59 en 77) in gebruik genomen als Galeries Municipales. De Galerie des Ponchettes en de Galerie de la Marine (vrij toegankelijk van 10-18 uur, behalve op maandag) zijn prachtig grote, halvormige ruimten waar hedendaagse kunstenaars de kans krijgen om eens lekker uit te pakken. Omdat over smaak valt te twisten, zoals ik al eens schreef, heb ik er soms iets installatieachtigs gezien waarvan ik niet echt kapot was. Maar er zijn ook al heel smaakvolle en interessante exposities geweest. De ene keer is dat een tentoonstelling van een kunstenaar rond een bepaald thema, een andere keer gebruikt de kunstenaar de eigenschappen van de ruimte om een symbiose met zijn of haar kunst tot stand te brengen. Dat kan zeker heel leuke verrassingen opleveren. Een bezoek aan beide galerieën is trouwens sowieso de moeite waard, al was het maar om gewoon eens even binnen te kijken.


Palais Lascaris, Rue Droite 15, Nice Vieux

 

Duidelijk is dat de Direction Centrale des Affaires Culturelles du Ville de Nice het nodige geld beschikbaar heeft want bij elke manifestatie is een prachtige brochure gratis verkrijgbaar. Ik zou willen dat er in Nederland, toch niet het land met het minste aantal subsidiepotjes, steden waren die op deze manier proberen de kunst onder de aandacht te brengen.

 

In gedachten steek ik nu vanaf de Galerie de la Marine door naar de er achter liggende Cours Saleya. Dit mag dan wel het toeristentrefpunt bij uitstek zijn, het is toch ook een uitstekende plek om eerst even lekker in de zon op een terras neer te strijken voor een cappuccino of espresso tegen een trouwens behoorlijk toeristische prijs. Van daaruit ben je, door linksaf te slaan aan het eind van de Cours Saleya, die daar eigenlijk Place Charles Felix heet, al bijna in de Rue Droite.


Toen ik daar alweer een flink aantal jaren geleden voor het eerst rondliep, was het een weinig opvallende, zelfs een beetje onderkomen straat. Er zat wel een kunstenaarsatelier hier en daar, maar dat viel niet echt op. Nu begint die straat echt een kunststraat te worden: ik telde er laatst zo'n 25 ateliers en galerieën. Volgens mij draagt het bestuur van Nice duidelijk bij aan die ontwikkelingen want ook hier zijn weer een paar gratis toegankelijke Galeries Municipales te vinden met af en toe interessante tentoonstellingen. Daarnaast is het natuurlijk leuk eens zo'n atelier/galerie van een kunstenaar binnen te stappen om te kijken wat die te bieden heeft. De ruimten zijn in het algemeen niet groot, maar dat is in zo'n middeleeuwse stad eigenlijk ook niet anders te verwachten.


Wat wel groot is, is de echte parel van de Rue Droite, het Palais Lascaris op nummer 15 (gesloten op dinsdag, open 10-18 uur, toegang vrij). Van buiten zie je dat niet zo goed maar achter de toegangsdeur bevindt zich één van de mooiste barokke parels van het oude Nice. Alleen al het monumentale trappenhuis is de moeite waard en dan heb ik het nog niet over de vele zalen met hun uitgebreide plafondschilderingen. Jarenlang heeft dit Musée Municipal een sluimerend bestaan geleid, maar ook daar is nu verandering in gekomen. Besloten is om er af en toe speciale tentoonstellingen te organiseren die allemaal als leidraad de Barok moeten hebben. Dat is een heel logische keus want het paleis is in 1648 gebouwd als residentie voor de Italiaanse familie Lascaris-Vintimille die zich bij die bouw liet beïnvloeden door de Genuese barokstijl. Pas in 1942 kwam het zwaar in verval geraakte paleis in handen van de stad en nu is het een gerestaureerd monument waarop Nice trots kan zijn. Van 23 juni-31 oktober is er een nieuwe tentoonstelling met een groot aantal beelden die de ontwikkeling van de koloniale barok in Brazilië in de 17/18 de en 19 de eeuw weergeeft.


Uitgewandeld in de Rue Droite gaat mijn tocht min of meer rechtdoor via de Rue Parolière en de Rue Saint André naar de Place Garibaldi. Nu linksaf en ik loop vanzelf tegen het MAMAC aan, het museum voor de moderne kunst vanaf de jaren 60. In hun vaste collectie komen naast werken van bekende Franse kunstenaars als César, Arman, Jean Tinguely, Niki de Saint Phalle en Yves Klein natuurlijk ook ‘de onvermijdelijken' voor die je overal ter wereld in de musea tegenkomt.


Robert Rauschenberg, Dancing Cliché, 1986,

124 cm-154 cm


In dat opzicht tonen museumdirecteuren vaak weinig oorspronkelijkheid
: Lichtenstein, Oldenburg, Rauschenberg, Warhol, Wesselman, Christo, Stella, waar zie je ze niet! Van 24 juni tot 8 januari 2006 is er een speciale tentoonstelling te zien van Robert Rauschenberg (1925), één van de invloedrijkste Amerikaanse kunstenaars van zijn generatie, die het zijne heeft bijgedragen aan de ontwikkelingen van het abstract expressionisme en de pop art . Onder de titel ‘On and off the wall' wordt er uit zijn eigen collectie werk getoond uit de jaren 80 en 90. Afhankelijk van de persoonlijke kunstinteresse lijkt me dit een tentoonstelling waar je óf geïnteresseerd rondloopt óf gillend weg loopt. In het geval van het laatste is het toch wel handig dat op de 1ste of de 3de zondag van de maand te doen, want dan is de toegang van het MAMAC gratis (open 10-18 uur, behalve op maandag). Overigens is ook dit iets waar we nog van kunnen leren in het Nederlandse museumland. Uiteindelijk worden die museale gebouwen en de kunstcollecties erin toch grotendeels gefinancierd met belastinggeld en als we er dan een keer willen gaan kijken, moeten we nog weer extra betalen!

Ik beëindig mijn wandeling in de Avenue Pauliani 14, schuin achter het MAMAC ter hoogte van het congrescentrum Acropolis. Want daar bevindt zich dan één van die galerieën in Nice waar altijd wel iets interessants te beleven valt. Overigens ben ik hierbij niet geheel onbevooroordeeld want ik werk als kunstenaar al heel wat jaartjes samen met galeriehouder Jean Paul Aureglia en zijn Galerie Qvadrige/La Diane Française (open di-za 15-19 uur). De laatste jaren specialiseert de galerie zich met La Diane Française in het uitgeven van bijzondere ‘livres d'art'. Dat is geen plotselinge ontwikkeling want de 92-jarige compagnon van Jean Paul, Pierre Cottalorda, richtte deze uitgeverij al op in 1947. In persoonlijke samenwerking met grote Franse kunstenaars als Henri Matisse, Leonor Fini, André Masson, Hilaire en Weisbuch gaf hij literaire werken uit, verfraaid met steendrukken en houtsneden. Jean Paul Aureglia gaat nu op die weg verder met o.a. een Franstalige uitgave in beperkte oplage van de 14 de eeuwse Divina Commedia van Dante, geïllustreerd door 21 internationale kunstenaars uit ‘zijn stal'.


André Masson, houtsnede uit

Le Plaisir de Peindre, 1950

 

Een nieuw initiatief is verder het drukken van zogenaamde ‘Musées de Poches', boekjes waarin een kunstenaar met multiples als zeef- of steendruk een zelf gekozen literaire tekst illustreert. Al deze uitgaven worden door Jean Paul Aureglia met de hand gezet op een oude drukpers die achter in de galerie staat. Bij een bezoek is de kans dan ook groot hem achter die pers aan te treffen.

Tot 30 juli vind er een speciale expositie plaats rond de bekende Franse kunstenaar André Masson (1896-1987). Deze vergaarde in eerste instantie roem als surrealist, maar omarmde bij zijn verblijf in de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog ook het abstract expressionisme en schuwde, weer terug in Frankrijk, evenmin het landschapschilderen. Door Massons samenwerking met Pierre Cottalorda bezit Galerie Qvadrige nog een eigen collectie steendrukken en houtsneden van de kunstenaar die hij maakte bij verschillende boekuitgaven.

 

Mocht u willen reageren, schroom niet, ik vind het leuk om reacties te ontvangen naar aanleiding van deze rubriek. Mijn e-mail adres is toos@toosvanholstein.com .


Als u mijn nieuwsbrieven per email wilt ontvangen, kunt u dat hier aangeven.